Radboud Centrum Sociale Wetenschappen

Postacademisch Onderwijs voor een Veerkrachtige Samenleving

Kernwaarden Nijmeegse KP-opleiding

De drie kernwaarden van de Nijmeegse opleiding tot klinisch psycholoog
 
1. De persoon van de klinisch psycholoog vraagt doorlopende ontwikkeling 
 

De ontwikkeling van de persoon van de klinisch psycholoog gaat hand in hand met die tot specialist. De Nijmeegse opleiding streeft daarbij naar bestendige en betrouwbare personen die uit zichzelf bezig zijn met de continue verbetering van hun eigen levenshouding en werkstijl

om steeds aandachtig te kunnen zijn voor de vragen van patiënten, collega’s en de bredere maatschappelijke context zodat zij met wijsheid gehoor kunnen geven aan de noodzakelijke acties die daarin besloten liggen.
 
2. De context van de klinische psychologie vraagt kracht en moed
 
De gezondheidszorg kijkt reikhalzend uit naar specialisten die het voortouw kunnen nemen in het complexe hedendaagse zorglandschap. De klinisch psycholoog is niet alleen gericht op de patiënt en diens behandeling, maar ook op de relatie van zijn specialisme met verschillende gezondheidszorgsystemen, de verhouding tot sociale en maatschappelijke thema’s en de toekomst van de geestelijke gezondheidszorg. Hiervoor is kracht en moed nodig.
 
3. Het middel van de klinische psychologie is de klinischwetenschappelijke methode
 
Wetenschappelijke kennis is de beste verzekering voor het oproepen en kunnen hanteren van een perspectiefwisseling die nodig is in complexe situaties. De Nijmeegse specialistenopleiding gaat daarom voorbij het ‘leren van kunstjes’ en standaardprocedures maar bevordert het vermogen leiderschap te tonen en verantwoordelijkheid te dragen voor de diagnostiek en behandeling van complexe aandoeningen, juist ook die waarvoor geen gangbare oplossingen bestaan. Ze wil daarmee voor de klinisch psycholoog de condities scheppen om als  wetenschappelijk geschoolde en praktiserende clinicus het verschil te kunnen maken in de patiëntenzorg zowel op het niveau van de individuele patiënt als op het niveau van het wetenschappelijk klimaat binnen de geestelijke gezondheidszorg instellingen.