Radboud Centrum Sociale Wetenschappen

Postacademisch Onderwijs voor een Veerkrachtige Samenleving

IMRO | Beweging-als-houvast: 'Zet lichaamstaal véél bewuster in!'

Vergeleken met het gros van het hulpverleningsaanbod, gooien ze het bij de cursus Interactie Methodiek voor Relationele Ontwikkeling (IMRO) “Beweging-als-houvast over een totaal andere boeg. Omdat ze weten dat het lichaam meer zegt dan duizend woorden. Vandaar misschien ook de klinkende resultaten. Verrassend vaak komt de ontwikkeling van hulpvragers én van hulpgevers in een stroomversnelling, toont de praktijk. Waarom werkt deze methode zo wonderwel?

Door: Hans Wanningen

Gaya van 17 zit in de leefgroep Bosveld 8 voor jeugdigen met gedragsproblemen (residentiële zorg). Met ‘zitten’ is het wel zo’n beetje gezegd, want ze lijkt liever lui dan moe. Als ze al in actie komt, dan is het om anderen voor haar karretje te spannen. Verder zit Gaya zelden verlegen om een loze belofte of, naderhand, een makkelijke uitvlucht. Aan het eind van het liedje heeft zij meestal geen klap gedaan, terwijl begeleiders en groepsgenoten uitpuffen. Haar beroepsopvoeders zitten inmiddels behoorlijk met de handen in het haar.

Waar is de rups gebleven?

Op grond van een videoanalyse van hoe begeleider Ankie en Gaya in de praktijk interacteren, valt de keus op een andere behandelingsstrategie. En dan volgt een verrassende wending. Als een uit een rups ontpopte vlinder toont zich op de leefgroep ineens een heel andere Gaya, eentje die niet te beroerd is om mee te doen en vrolijker dan voorheen haar partijtje meeblaast. Vanwaar deze omwenteling? Het korte antwoord: de IMRO-aanpak Beweging-als-houvast.

“Als de hulpverlener anders leert kijken naar gedrag en lichaamstaal van de hulpvrager én van zichzelf, effent dit het pad voor wederzijdse beïnvloeding en een vruchtbaardere communicatie.”

Verfrissend anders

Praatjes vullen vaak geen gaatjes, dat weet iedereen. Toch vallen hulpverleners in de omgang met cliënten gemakkelijk terug op taal. Soms uit handelingsverlegenheid, omdat er simpelweg weinig anders meer in de gereedschapskist ligt om probleemgedrag bij te sturen.

Beweging-als-houvast vormt dan een fris en kansrijk alternatief. Uitgangspunt van die methode is dat probleemgedrag een eigenschap is van de relatie tussen de betrokken actoren. Vandaaruit leert de hulpverlener anders kijken naar het gedrag en de lichaamstaal van de hulpvrager én van zichzelf. Dit effent het pad voor wederzijdse beïnvloeding en een vruchtbaardere communicatie.

Het kind in de jongere zien 

Hoe gaat dat 'anders kijken' precies in zijn werk? Het begint ermee dat de hulpverlener het jongere kind gaat zien in de hulpvrager. Er is vaak sprake van sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstanden, waardoor een tiener zich in veel opzichten nog als een jong kind gedraagt. 

De tweede stap is dat de hulpgever, na videoanalyse, leert om eigen lichaamsbewegingen en stemgeluid tot werkzame instrumenten te maken in de onderlinge interactie. Met als doel een hechtere band te scheppen, gezamenlijkheid te creëren. Net zoals een ouder en klein kind intuïtief ook ‘een bondje sluiten’ tijdens een spelletje samen: mama of papa gaat mee in de leefwereld van hun kind, zet een hoog stemmetje op en gooit óók met een blokje en begint te lachen. Ook al is het kind de taal nog niet machtig: even snel als het kind bewegen, dezelfde intonatie et cetera, het draagt allemaal bij aan een wederzijds gevoel van verbondenheid.

Bij een cliënt werken dezelfde basismechanismes. Haast terloops bewerkstelligt de hulpverlener dat de cliënt meer geneigd is tot aanpassing en beter contact gaat maken; de opmaat voor alle toekomstige groei en ontwikkeling.

Iedereen leert

Beweging-als-houvast werkt ook met onderscheidende bewegingen. Ieder van ons leert immers van wat anderen anders doen. Het is dus zaak dat iedereen, ook de hulpvrager, de kans krijgt om vaardigheden in te brengen die de ander (nog) niet heeft. Ook dit krijgt weer nauwelijks woorden, maar wordt tijdens gezamenlijke activiteiten via de interactie bevorderd. Bijvoorbeeld in de vorm van bewust sneller of juist langzamer bewegen dan de hulpvrager, met meer of minder spierspanning gebaren dan de hulpvrager of met een andere inzet van de stem dan voorheen.

Met dit soort non-verbale, kleine, concrete stapjes werkt de hulpgever mét de hulpvrager gaandeweg toe naar het ontwikkelen van nieuw, gewenst gedrag.

IMRO-docente Sonja Graafstal MSc: “Als IMRO-hulpverlener hoef je geen tijd te besteden aan: praten tot je een ons weegt, uren observeren of dure en lange diagnosetrajecten. In plaats daarvan kom je snel tot de kern, tot wat er echt speelt!”

In beweging komen

En Gaya? Haar gedragsverandering komt voort uit schijnbaar simpele aanpassinkjes in de opstelling van de hulpgever. Wanneer ze bijvoorbeeld samen met Ankie een plaatpizza maakt, stemt Ankie haar lichaam- en stemgebruik weloverwogen en subtiel op Gaya af. Daarbij raakt ze kennelijk de juiste snaren. Want al of niet onbewust voelt Gaya zich uitgenodigd om meer haar aandeel te leveren en legt ze zelfs onvermoede keuken-skills aan de dag. Ogenschijnlijk een kleine verandering, maar in feite een doorbraak. Een verandering die als de spreekwoordelijke steen in de vijver kringen blijft trekken en in de maanden daarna positief in haar hele gedrag doorwerkt. Gaya is, letterlijk en figuurlijk, in beweging gekomen.

Snel tot de kern

Sonja Graafstal'Herkenbaar,' zegt IMRO-docente Sonja Graafstal MSc: 'Dat is echt de kracht van de methode. Het is een heel aardse en effectieve aanpak. In concrete stapjes werk je toe naar wederkerig contact en constructief gedrag. Als IMRO-hulpverlener hoef je geen tijd te besteden aan: praten tot je een ons weegt, uren observeren of dure en lange diagnosetrajecten. In plaats daarvan kom je snel tot de kern, tot wat er echt speelt, en wat jouw eigen rol en alternatieve handelingsmogelijkheden zijn. Daarna kun je hiermee samen met je cliënt direct aan de bak.'

Cursist Anouk Crielaard: “IMRO inspireerde mij om niet alleen naar de cliënt te kijken, maar naar de relatie cliënt-begeleider. Dat opende voor mij een hele wereld aan mogelijkheden om meer plezier te hebben in het contact en in mijn leven, juist zodra er wederkerigheid ontstaat.”

Cursisten van de IMRO-cursus

Cursisten zijn te spreken over de methode. Pascal van Uden: 'Middels IMRO merk ik dat ik me meer bewust ben van mezelf, ook van mijn houding en stijl van communiceren. Zo vind ik beter aansluiting bij de jongeren die ik begeleid. De cursus wordt gegeven met veel passie en verstand van zaken en sluit goed aan op de praktijk.'

Ook medecursist Anouk Crielaard is door de methode bewuster geworden: 'IMRO heeft mij geïnspireerd niet alleen naar de cliënt te kijken, maar naar de relatie cliënt-begeleider. Dat opende voor mij een hele wereld aan mogelijkheden om meer plezier te hebben in het contact en mijn leven, juist zodra er wederkerigheid ontstaat.'

Maak kans op het boek 'Verhalen uit de leefgroep'! 

Onlangs verscheen het boek Verhalen uit de leefgroep. Beweging-als-houvast in de jeugdzorg. De lezer verneemt erin meer over het veranderproces met deze methode bij Gaya en andere jongeren uit een (fictieve) leefgroep. Auteurs zijn Carine Heijligers en Anna Bosman. Heijligers is gedragsdeskundige binnen de zorg bij Koraal regio Noordoost-Brabant De La Salle en is de grondlegger van de methode (die daarna verder is ontwikkeld tot zijn huidige vorm in samenwerking met collega’s van de Radboud Universiteit). Prof. dr. Bosman is aan dezelfde universiteit hoogleraar Dynamiek van leren en ontwikkeling. Zij begeleidt onderzoek- en onderwijsprojecten geënt op de principes van Beweging-als-houvast. Het boek schetst het hoe en waarom van de interventie, mede aan de hand van uitgebreide casussen zoals die van Gaya.

Namens de auteurs mag het RadboudCSW drie examplaren van dit boek weggeven. Om kans de maken op een exemplaar klik je hier. Geen boek gewonnen? Verhalen uit de leefgroep. Beweging-als-houvast in de jeugdzorg is hier te bestellen. 

------------------------------------------------------------------------------------

Over de methode IMRO 'Beweging-als-houvast'

IMRO wordt al tientallen jaren met succes ingezet bij kinderen en volwassenen met uiteenlopende gedrags- en sociaalemotionele problemen. Daarnaast wordt de methode vanaf 2012 gedoceerd aan de opleiding Pedagogische Wetenschappen van de Radboud Universiteit.

IMRO-docent Sonja Graafstal MSc werkt momenteel met Carine Heijligers aan een proefschrift om de effectiviteit en de theoretische onderbouwing van de methode nog beter voor het voetlicht te brengen (naar verwachting gereed in de tweede helft van 2020).Tevens zal in de loop van 2020 de website www.imro-methode.nl online komen.

Aanmelden voor de cursus?

Het Radboud Centrum voor Sociale Wetenschappen biedt professionals uit de hulpverlening de cursus Interactie Methodiek voor Relationele Ontwikkeling (IMRO) aan, waarin de methode Beweging-als-houvast centraal staat. Per 15 januari 2021 start een nieuwe cursusgroep. Inschrijven is nu al mogelijk! Download de brochure op de cursuspagina.

Voor meer informatie over IMRO en de cursus kunt u contact opnemen met IMRO-docenten Sonja Graafstal MSc (s.graafstal@pwo.ru.nl) of dr. Linda Reus (l.reus@pwo.ru.nl).